< Alle onderwerpen
Printen

Genesis 25:29, 30a, 33b, 34b

Deze bijdrage van Lukas de Groote verscheen eerder in Stethoscoop op Genesis, uitgegeven door de stichting Amphora Books, 2010. 

Het eerstgeboorterecht.

De NBV vertaalt deze verzen zo:
Eens was Jakob aan het koken toen Esau uitgeput thuiskwam van de jacht.
Gauw, geef me wat van dat rode, dat je daar kookt, ik ben doodmoe’, zei Esau tegen Jakob.
Zo verkocht Esau zijn eerstgeboorterecht aan Jakob.
Esau hechtte geen enkele waarde aan het eerstgeboorterecht.

De Herziene Naardense Bijbel heeft:
Eens braadt Jakob een braadstuk; dan komt Esau aan van het veld, uitgeput is hij,-
en Esau zegt tot Jakob: laat me onmiddellijk iets verslinden van het rode, dit rode, want ik ben uitgeput!
Hij (Esau) verkoopt zijn eerstelingsrecht aan Jakob,
Zo veracht Esau het eerstelingsrecht.

Jakob is de enige man in de Bijbel waarvan verteld wordt dat hij aan het koken is. Koken was in die tijd typisch een vrouwenaangelegenheid. In Genesis 27:7 en 31 wordt verteld dat ook Esau iets klaarmaakte, maar dat was een jachtschotel en geen linzensoep. Zo lijkt de schrijver de zachte, bijna vrouwelijke, aard van Jakob te willen weergeven, in tegenstelling met de ondernemende aard van zijn oudere broer Esau.
Meestal wordt gedacht dat Jakob hier op een slinkse manier zijn broer bedriegt door Esau het eerstgeboorterecht af te troggelen nu deze wanhopig hongerig is. Jakob hoopt, door dit eerstgeboorterecht te verwerven, meer aanzien te krijgen. Het eerstgeboorterecht hield namelijk in dat men zijn vader opvolgde en na diens dood de pater familiae wordt. De verantwoordelijkheid voor de hele familie kwam op de schouders van de persoon met het eerstgeboorterecht te liggen. En dat is iets wat Jakob graag wil, maar het is tegelijk iets dat Esau graag kwijt wil! Esau lijdt een risicovol bestaan, maar daar kiest hij voor. Zich met familieaangelegenheden bezig houden ligt hem bepaald niet.
Met andere woorden: het overdoen van het eerstgeboorterecht aan zijn jongere broer komt ook Esau erg gelegen.
In Genesis 27 gaat het over de zegen van de oude Isaak, en dat is een heel andere zaak. Die wil Esau wél graag hebben, maar verantwoordelijkheid dragen, nee, dat is aan hem niet besteed.
N.B.: Het is onzeker of in het in de tijd dat dit verhaal speelt al de gewoonte was om de oudste zoon een dubbel deel van de erfenis te geven, zoals later wel het geval is.

Inhoudsopgave

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *