< Alle onderwerpen
Printen

Genesis 37: 3

Deze bijdrage van Lukas de Groote verscheen eerder in Stethoscoop op Genesis, uitgegeven door de stichting Amphora Books, 2010.

Jozefs mantel.

De NBV vertaalt dit vers zo:
Omdat Israël al oud was toen Jozef werd geboren, hielde hij meer van Jozef dan van zijn andere zonen, en hij had een prachtig bovenkleed voor hem laten maken in allerlei kleuren.

De Herziene Naardense Bijbel heeft:
Israël heeft Jozef liefgehad boven al zijn zonen, omdat hij de zoon van zijn grijsheid is; hij heeft voor hem gemaakt: een veelkleurige mantel.

In dit vers lijkt het dat Jozef een nakomertje was, die geboren was toen Jakob al oud was. Dit is beslist niet het geval. Als men al wil spreken van een nakomertje, zou dit Benjamin geweest moeten zijn. Tussen Jakobs 47e en 54e jaar zijn al Jakobs kinderen geboren, met uitzondering van Benjamin. Ook bij Jakobs vader Izaäk wordt niet gesproken van ‘ouderdom’ terwijl die zestig jaar oud was toen Jakob geboren werd. Trouwens er wordt ook niet gesproken over ‘zijn ouderdom’ maar over ‘ouderdom’ in het algemeen. Dat Jozef een ‘zoon van de ouderdom’ was, betekent dat volgens Jakob Jozef het meest geschikt was om zijn positie over te nemen als hij daar niet meer toe in staat was. Dat Ruben zijn eerstgeboorterecht verspeeld had, blijkt wel uit wat Jakob in Genesis 49:4 over hem zegt: jij zult niet de meest bevoorrechte zijn. Na Ruben, de oudste zoon van Lea, leek Jozef, de oudste zoon van Rachel, voor Jakob het meest geschikt om diens positie als stamoudste over te nemen. Dat Jozef hier zelf een volkomen andere mening over had, zal later blijken
En dan de uitdrukking ‘veelkleurige mantel/ bovenkleed in allerlei kleuren’. Ook al lijkt er geen verband te bestaan tussen ‘zoon van de ouderdom’ en het veelkleurige kleed, die is er wel degelijk. Jozefs broers waren herders en droegen werkplunje, maar Jakob vond Jozef daar te belangrijk voor. Hij liet hem een bijzondere kledij dragen, die hem onderscheidde van zijn broers.
Maar wat was dit voor een kleed? Het Hebreeuwse woord is ‘ketonet passiem’. Volgens 2 Samuel 13:18 werd een dergelijk kleed gedragen door jonge mensen van adel. Kenmerkend aan dit kleed waren de lange mouwen (waarschijnlijk heeft het woord ‘ketonet’ te maken met het woord ‘katan’, dat ‘bedekken’ betekent, en het woord ‘passiem’ met ‘pas’ dat ‘extremiteit’ betekent). Als men zo’n kleed droeg kon men geen handenarbeid verrichten; het was meer een statiekleed. Dat het een kleurig kleed geweest zou zijn geeft kleur aan het verhaal, maar mist elke grond.
Wel lijkt het erop dat Jakob Jozef vrijstelt van het hoeden van de schapen, waar zijn oudere broers hem toe gedwongen hadden (vers 2). Door zijn vader werd Jozef dus in een uitzonderingspositie geplaats, tot ergernis van zijn broers.

Inhoudsopgave

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *