< Alle onderwerpen
Printen

Genesis 15: 17

Een rokende oven

Het verbond tussen de stukken.
In het verhaal in Genesis 15 gaat het over het verbond dat God met Abram sluit. Daarbij moet Abram drie dieren in tweeën snijden en de stukken tegenover elkaar leggen. Ook is er naast deze zes stukken kadaver nog sprake van één vogel, een jong tortelduifje, dat niet gespleten wordt.

Drie zoogdieren die zes stukken vormen en één vogel.
Dat hier sprake is van één vogel en niet twee, zoals alle vertalingen aangeven, heb ik verklaard in mijn artikel ‘De explicatieve waw’. Het voegwoord, de Hebreeuwse letter ‘waw’ betekent vaak ‘en’, en soms geeft het een tegenstelling aan is en is het te vertalen met ‘maar’. Soms echter geeft het een nadere verklaring over wat vooraf gaat en kan vertaald worden met ‘te weten’, ‘dat wil zeggen’. En dit is hier het geval. Het gaat om een tortelduif, en wel een jong vogeltje.

Een verbond met één actieve partner en één passieve.
Heel nadrukkelijk wordt in het verhaal verteld dat Abram tijdens het gebeuren diep in slaap was, verdoofd was. De enige die tussen de stukken doorgaat, en dus de enige van wie het verbond afhankelijk is, wordt uitgebeeld door een rokende oven en een brandende fakkel.
De brandende fakkel wordt ook genoemd in Zecharja 12:6 waar, net als in Richteren 15, fakkels de hele omgeving in brand steken.

Rokende oven.
Wat betreft het woord ‘oven’ hier: In Genesis 15 wordt het woord ‘tanoer’ gebruikt, waarmee een oven bedoeld is waar men brood in bakt. Zo’n oven was gemaakt van klei en had een koepelvorm. De rook kon ontsnappen via de opening boven in de koepel.
Dat hier sprake is van beeldspraak is wel duidelijk, maar de belangrijkste functie van deze oven lijkt dat die veel rook produceert. Op andere plaatsen, zoals Psalm 21:10 en Maleachi 3:19 is sprake van zo’n oven waarmee het oordeel geveld wordt over de vijand en slechte mensen.
Opmerkelijk is dat in de commentaren weinig aandacht geschonden wordt aan deze oven. Alleen rabbijn Munk zegt in zijn commentaar dat dit betrekking heeft op Exodus 19:18 waar God afdaalt in vuur op de Sinaï en de rook daarvan opstijgt als de rook van een oven. Maar in Exodus wordt niet het woord ‘tanoer’ gebruikt, maar ‘kivshan’. Een ‘kivshan’ was een oven waar metaal in gesmolten werd en niet een broodoven zoals de ‘tanoer’. Dit woord ‘kishan’ wordt bijvoorbeeld gebruikt bij de rook die opstijgt bij de verwoesting van Sodom en Gomorra, waar een zuivering lijkt plaats te vinden.

Rabbijn Jonathan Sacks zegt in zijn boek ‘Exodus’ dat er een duidelijk verband bestaat tussen het verhaal in Genesis 15, over ‘de bloedstraat’, en Exodus 14 waar het gaat over de doortocht door het water van de rietzee. In Genesis werden dieren in tweeën gesneden, in Exodus 14 water. In Genesis 15 blijft de vogel heel, in Exodus 14 blijft Israël heel. In Genesis 15 verliezen de zoogdieren het leven. In Exodus verliezen de Egyptenaren hun leven. De rietzee wordt voor hen een bloedstraat. En de vogel vliegt er ongedeerd overheen.

Inhoudsopgave

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *