< Alle onderwerpen
Printen

Genesis 11: 1

Deze bijdrage van Lukas de Groote verscheen eerder in Stethoscoop op Genesis, uitgegeven door de stichting Amphora Books, 2010.

Eén van taal, maar meerdere woorden/daden

Het woord dat in de vertaling hierboven weergegeven wordt met ‘meerdere’ is in het Hebreeuws ‘achadiem’. Dit woord is de meervoudsvorm van ‘èchad’, dat ‘één’ betekent. Het woord ‘achadiem’ komt in de hele bijbel slechts vijf keer voor. Uit Ezechiël 37:15 wordt duidelijk dat met ‘achadiem’ meer dan één bedoeld wordt. Ook op drie andere plaatsen, namelijk Daniël 11:20, Genesis 27:44 en 29:20 is sprake van een aantal, van meerdere dagen. Met dit meerdere aantal is in Ezechiël ‘twee’ bedoeld, en in Genesis en Daniël ‘enige’, ‘enkele’ of ‘meerdere’; in elk geval meer dan één.
In Ezechiël gaat het over meerdere stukken hout, maar op de andere drie hierboven genoemde tekstplaatsen is sprake van de combinatie van ‘achadiem’ met het meervoud ‘dagen’. Daar is sprake van enige, liever meerdere, dagen.
Nu is het opmerkelijk dat de eerste keer dat het woord ‘achadiem’ voorkomt, Genesis 11:1, in alle mij bekende vertalingen weergegeven wordt met het enkelvoud ‘één’ of met een woord dat een enkelvoud aanduidt. (De vertaling ‘eender’ in de HSV en in de Naardense Bijbel betekent ‘van dezelfde soort’, het woord dat b.v. de Willibrordvertaling en GNB hebben).
Hier volgen enkele vertalingen van Genesis 11:1:

NBV: Ooit werd er op de hele aarde één enkele taal gesproken.
HSV: Heel de aarde had één taal en eendere woorden
Naardense Bijbel: Heel de aarde wordt-en-blijft van één taal en van eendere woorden.
NBG: De gehele aarde nu was één van taal en één van spraak.
Willibrord vertaling: Alle mensen op aarde spraken éénzelfde taal en gebruikten dezelfde woorden
Tora: Het hele land was er als één lip, eendere woorden.
GNB: In die tijd spraken de mensen nog één taal, iedereen gebruikte dezelfde woorden.
Fox: Now all the earth was of one language and one set-of-words.
Alter: And all the earth was one language, one set of words.

Maar omdat op de vier andere plaatsen steeds een meervoud bedoeld is, zal volgens mij in Genesis 11:1 ook een meervoud bedoeld zijn. Maar hierdoor wordt de betekenis van de twee zinsdelen van dit vers verschillend en zijn ze niet meer hetzelfde. Dan krijgen vers 1a en vers 1b een tegengestelde betekenis: geen synthese, maar parenthese.
In Genesis 11:1a is sprake van ‘één taal’, waarmee bedoeld wordt dat de inwoners van Babel één en dezelfde taal spraken. In vers 11b wordt niet van taal gesproken, maar hier gebruikt de schrijver het woord ‘devariem’, een meervoud dat als betekenis heeft ‘woorden + daden’ (en niet ‘spraak’ zoals de NBG ten onrechte heeft).
De verklaring van dit vers moet dan ook zijn dat ons meegedeeld wordt dat de inwoners van Babel één gemeenschappelijk taal hadden, maar dat de manier waarop ze op een individuele manier te werk gingen verschillend was.
In het vervolg van Genesis 11 wordt ons verteld dat de mensen ook dit laatste op dezelfde manier wilden gaan doen. En dit wordt door God een halt toegeroepen. Voor God lijkt het volkomen aanvaardbaar als mensen elkaar verstaan, maar als dit tot uniformiteit leidt, gaat dit in tegen zijn bedoelingen.
Vanaf Genesis 1 gaat het steeds om onderscheid. God wil geen uniformiteit. Elkaar verstaan is goed ter voorkoming van misverstanden, maar de manier waarop men dingen aanpakt en uitwerkt mag, ja zelf moet, verschillend zijn.

De Hebreeuwse tekst van Genesis 11:1 zou ik dan ook zo willen weergeven:
De hele aarde was één van taal, maar woorden/daden waren er meerdere.

Inhoudsopgave

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *