< Alle onderwerpen
Printen

Ezechiël 37: 1-14

In de synagoge wordt het fascinerende visioen uit Ezechiël 37: 1-14 van het dal vol beenderen verbonden met het Pesach-feest. Op de sabbat in de paasweek wordt dit stuk gelezen als haftara (afsluitende Profetenlezing) bij Exodus 33:12-34:26 en Numeri 28:19-25. De lezing uit Exodus beschrijft de onderhandelingen tussen God en Mozes. Na de episode met het gouden kalf heeft God Mozes opgedragen om het volk verder te leiden op weg naar het beloofde land. God belooft – op Mozes’ aandringen – dat Hij zelf met hen mee zal reizen, en Hij sluit om dat te bekrachtigen een nieuw verbond met het volk. Dit stuk wordt dit jaar op 15 april gelezen, op de sjabbat in de week van Pesach, en wordt daar afgesloten met het verhaal uit Ezechiël als Profetenlezing. Deze eeuwenoude verbinding tussen deze twee gedeelten geeft een richting aan de duiding. Het verband tussen de Tora-lezing en de Profetenlezing is Gods trouw aan zijn volk. Zelfs al gaat het volk gigantisch de mist in, als bij de verafgoding van het kalf, of is het pieredood, als in het visioen van Ezechiël, dan nog laat God zijn volk niet in de steek. In Exodus 34:10-11a lezen we: “De HEER antwoordde: ‘Ik wil een verbond sluiten. Voor de ogen van heel je volk zal ik zulke wonderbaarlijke daden verrichten als er onder geen enkel volk op aarde ooit verricht zijn, en het hele volk dat bij jou is, zal zien welke ontzagwekkende dingen ik, de Heer, voor jou zal doen. Julie moeten je houden aan de geboden die ik je vandaag geef.’” In Ezechiël 37:4-6 staat: “Toen zei Hij: ‘Profeteer, en zeg tegen deze beenderen: “Dorre beenderen, luister naar de woorden van de HEER! Dit zegt God de HEER, Beenderen, ik ga jullie adem geven zodat jullie tot leven komen. Ik zal jullie pezen geven, vlees op jullie laten groeien en jullie met huid overtrekken. Ik zal jullie adem geven, zodat jullie tot leven komen, en jullie zullen beseffen dat ik de Heer ben.”’ God belooft in beide gevallen wonderbaarlijke dingen als zijn volk naar hem luistert. En de hele wereld zal daar getuige van zijn.
Na de Sjoa en de oprichting van de Staat Israël in 1948, is de lezing ook symbool geworden van zowel de verschikkingen van de Sjoa als de oprichting van de Staat Israël. De vreselijke beelden van de beenderen van mensen die zijn omgebracht in de vernietigingskampen worden levend gehouden door bijvoorbeeld het indrukwekkende Dachau-memorial in Jad wa-Sjem in Jeruzalem.

Dat slechts drie jaar na de bijna totale vernietiging van het Europese Jodendom, in Palestina een zelfstandige Joodse Staat werd uitgeroepen, wordt door veel gelovige joden gezien als een bewijs van Gods trouw aan zijn volk Israël. In de liturgie wordt dat uitgedrukt in het gebed voor de Staat Israël:

Onze Vader in de hemel, rotsvaste steun en verlosser van Israël, zegen de Staat Israël, het ontluikend begin van onze verlossing; neem haar onder Uw liefderijke beschutting en spreid Uw beschermende vrede erover uit.

Inhoudsopgave

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *