< Alle onderwerpen
Printen

2 Samuel 21-24

Onderstaande tekst werd eerder gepubliceerd in “Van Ver Halen, een verhaal achter de bijbelverhalen”, Meinema 2005.

Dr. Piet van Midden doceert Hebreeuws aan de Tilburg School of Catholic Theology, afdeling Bijbelwetenschappen en Kerkgeschiedenis. Hij is op social media actief met een dagelijkse snelcursus Hebreeuws, is schrijver, uitgever en adviseert de reisorganisatie High Flight International.

TWEE SCHULDVERHALEN (II Samuël 21-24)
Het slot van II Samuël bevat nog twee verhalen over een afrekening met een schuld, onderbroken door een danklied van David. Het eerste verhaal betreft een afrekening van een oude schuld van Saul, waar men achter komt omdat er drie jaar achtereen een hongersnood in het land is. Dat kan geen toeval zijn: Saul had zich vergrepen aan de inwoners van Gibeon, met wie Jozua ooit een verbond had gesloten, en zo rust een vloek op het land. Die moet worden verzoend. Op Pesach (20:9) worden zeven nakomelingen terechtgesteld. De moeder van twee van hen –Rispa, een bijvrouw van Saul – waakt over het gebeente van haar kinderen, tot na het Loofhuttenfeest (als de regen weer komt) en is daarom wel de oudtestamentische Antigone genoemd.
Het verhaal eindigt met de begrafenis van de beenderen van Saul en zijn zonen: ze worden uit Jabes opgehaald en begraven in Benjamin. Zo kan er eindelijk een punt achter die geschiedenis worden gezet.
Het andere schuldverhaal betreft David, die door een volkstelling schuld op zich had geladen, waardoor uiteindelijk zeventigduizend mensen de dood vinden (24:15). De aanleiding van het verhaal is nota bene dat de Heer zelf David opporde om zijn volk te tellen. Daarmee is de Heer verantwoordelijk voor dit drama. De auteur van het parallelle verhaal in I Kronieken 21 kon met die gedachte kennelijk moeilijk leven en maakte er de satan van… De bijbel is nu eenmaal niet een theologisch blok beton.
Dit tweede schuldverhaal loopt uit op de koop van de dorsvloer van Arauna, een oude cultische plek aan de zuidkant van Jeruzalem. David wil op die plek een altaar voor de Heer bouwen om hem zo gunstig te stemmen en de plaag die naar aanleiding van de volkstelling over Israël is gekomen, weg te nemen.

Inhoudsopgave

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *