Dick Pruiksma is voorzitter van de Protestantse Raad voor Kerk en Israël
Beste Jan,
Toen wij elkaar onlangs ontmoetten, vertelde je dat je bezig was een artikel te schrijven over de relatie kerk en Israël. Intussen is dat artikel op deze website gepubliceerd. Niet lang na ons gesprek werd ik door jouw collega’s van de redactie van de website gevraagd om op jouw artikel te reageren. Jij hebt ze vast verteld van ons gesprek. Ik voldoe graag aan jullie verzoek in de vorm van een open brief als een voortzetting van ons gesprek.
Onopgeefbaar verbonden met het volk Israël
Zo staat het in artikel 1.7 van de Kerkorde van de Protestantse kerk in Nederland: de kerk is onopgeefbaar verbonden met het volk Israël. Je vindt deze woorden vaag, zo schrijf je. Ik vind ze kristalhelder. Er staat wat er staat: die onopgeefbare band heeft de kerk met het volk Israël. Jij maakt die zinsnede zelf dubieus door iets anders te willen lezen dan wat er staat. Zou het toch niet stiekem over de staat Israël gaan?
Maar het is helder: het gaat de kerk om de band met het volk Israël. Dat is een bijbelse term. Het volk Israël is ‘am Jisraël, het joodse volk. Wanneer jij zou willen dat er in de kerkorde komt te staan dat de kerk onherroepelijk verbonden is met het joodse volk, dan vind ik dat prima. Maar ja, dat staat er al en meer staat er niet! Het gaat hier niet over het land en het gaat niet over de staat. Het gaat over ‘am Jisraël.
Het volk Israël/het joodse volk
Met wie zijn wij volgens de kerkorde verbonden, onopgeefbaar nog wel? Met álle joden? Het antwoord is natuurlijk: ja! Want die verbondenheid betekent niet dat ik innig van elke individuele jood moet houden; zij ontstijgt het niveau van mijn persoonlijke voorkeuren. Die verbondenheid komt voort uit het feit dat ik tot de christelijke kerk behoor en zij tot dat complexe volk Israël. Zo staat het in de kerkorde: De christelijke kerk is ten principale verbonden met dat rijkgeschakeerde joodse volk wereldwijd.
Hiervoor zijn verschillende redenen. We weten allemaal dat er tijden zijn geweest dat deze verbondenheid met het joodse volk dubieus was en als vaag en onnodig werd beschouwd. Dat dus nooit weer! Je zegt terecht dat de kerk onopgeefbaar verbonden is met de strijd tegen het antisemitisme. En dat die onopgeefbare strijd tegen het antisemitisme in de kerkorde van de Protestantse kerk zou moeten staan. Welnu, je vraag is al beantwoord. Dit is namelijk precies wat er staat: wij zijn onopgeefbaar verbonden met het joodse volk.
Als christenen hebben we in de afgelopen decennia een onherroepelijke ommezwaai gemaakt in onze relatie tot het volk Israël. Dat was een ommezwaai uit schuld en schaamte. Zeker, wij beiden hebben geen persoonlijke schuld aan het verleden. Maar wanneer onze generatie de schaamte verliest dan kan het verleden dreigen. Wij en de generaties na ons hebben de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor een toekomst waarin de christelijke kerk wereldwijd onherroepelijk verbonden is met het joodse volk.
De kerk zoekt het gesprek met het volk Israël
Het volk Israël dat in de kerkorde wordt genoemd, is tot op de dag van vandaag de drager van een levende joodse traditie. Het is goed dat het bewuste artikel in de kerkorde meer zegt dan alleen die onopgeefbare verbondenheid. Er staat ook dat de kerk als Christusbelijdende gemeenschap het gesprek zoekt met het volk Israël.
Over de historie achter die woorden ‘zoekt het gesprek’ zou een heleboel te zeggen zijn. Het gaat mij er nu om dat deze zinsnede omschrijft wat de onherroepelijke ommezwaai inhoudelijk voor de kerk betekent. De kerk bedrijft geen jodenzending meer maar zoekt het gesprek. Of dat gesprek tot stand komt, is nog maar de vraag. Niet iedere jood zal behoefte hebben aan een gesprek met christenen. Het zij zo.
Het is echter een groot voorrecht dat er vele joodse gesprekspartners zijn die een open dialoog met christenen niet schuwen. Ook jij verheugt je hierover, nu de jodenzending voorbij is en het gesprek gezocht wordt. Voor de kerk is het jodendom niet meer een dwaling en voor onze joodse gesprekspartners is het christendom niet meer een vergissing van God. Wereldwijd is een levendige dialoog tussen christenen en joden ontstaan. Dat kon alleen maar nadat de kerken zich zo duidelijk hadden uitgesproken als de Protestantse kerk in haar kerkorde heeft gedaan. De onopgeefbare verbondenheid heeft ons een open dialoog tussen joden en christenen gebracht.
Het verstaan van de Schriften
Natuurlijk hebben christenen en joden beide het recht om hun eigen agenda mee te nemen naar de dialoogtafel. De Protestantse kerk zegt in de kerkorde dat het doel van de dialoog met joden zou moeten zijn dat we de Schriften beter gaan verstaan. Daarmee wordt gezegd dat voor de kerk de dialoog met joden bij uitstek een religieuze aangelegenheid is. Het gaat om het verstaan van de Schriften. In die zin is de joods-christelijke dialoog een belangrijk onderdeel van de beweging back to basics die in de Protestantse kerk is ingezet.
Ik vind dat jouw artikel op dit punt opnieuw uit de bocht vliegt. Natuurlijk zijn jodendom en christendom al eeuwenlang hun eigen wegen gegaan. Maar wie hun gemeenschappelijke ontstaansgeschiedenis uit het oog verliest, verliest ook de context van de Schriften. Professor Van Ruler heeft ooit gezegd dat het Nieuwe Testament slechts een verklarend woordenlijstje zou zijn bij het Oude Testament. Dat is een boude stelling. Maar dat het Eerste Testament de onmisbare context vormt voor het Tweede is onmiskenbaar. Ook hier geldt: wie zijn verleden verliest, heeft geen toekomst. We zouden nog dagen kunnen doorpraten over exegese en hermeneutiek. Dat moesten dan nog maar eens doen. Maar het evangelie is niet los verkrijgbaar.
Israëltheologie
Er is in ieder geval één punt waar we elkaar dicht naderen. Ik deel jouw huiver ten aanzien van een Israëltheologie, welke dan ook. Maar voor mij is die huiver deel van mijn huiver ten aanzien van theologie als zodanig. Begrijp me goed: ik ben met net zo veel plezier theoloog als jij dat bent. En theologische reflectie is nodig. Maar theologie is nu eenmaal ook abstraherend en objectiverend. Wanneer het levende volk Israël een plek krijgt toegewezen in een theologisch denksysteem, welke dan ook, dan loopt dat nooit goed af voor joden. Altijd zal er de min of meer verdekte poging zijn om duidelijk te maken dat de onvolkomenheid van het jodendom verstaan moet worden in zijn relatie tot het ‘betere’ christendom. Dan maar liever geen strakke Israëltheologie. Israël is geen theologicum, geen abstract theologisch begrip. Het volk Israël leeft. ‘Am Jisraël chai! En geloofsinzichten worden gewonnen in de dialoog met dit levende joodse volk.
En de politiek?
En de Palestijnen dan? Ik heb hier geen behoefte om uitgebreid de PKN nota over Israël en Palestina te citeren. Ik vind het een evenwichtig geschrift. Jij en ik zijn het er hoe dan ook, denk ik, wel over eens dat de situatie in Israël en Palestina vrijwel uitzichtloos en zeker hartverscheurend is. In Jeruzalem zetelt een xenofobe regering die beleid fundeert op angst. Nee, Israël is geen leuk landje. En aan Palestijnse kant heerst een kleptocratische aristocratie en bevecht men elkaar op leven en vaak de dood. Stel dat jij en ik vandaag een Palestijnse staat konden stichten, dan zou bij de huidige stand van zaken morgen blijken dat we een volgende dictatuur aan het Midden Oosten hadden toegevoegd. Sorry dat ik het zo ondiplomatiek zeg. Maar zo vind ik het wel.
Kortom Jan, het is niet aan ons om deze macro-politieke problemen op te lossen. Als kerk en christenen kunnen we twee dingen doen. We blijven bidden om vrede over Jeruzalem en ál haar bewoners. En we steunen aan beide kanten van de scheidslijn daadwerkelijk hen die zoeken naar gerechtigheid en vrede. Velen van hen worden gesteund door de Protestantse kerk. Mijn gedachten zijn bij al die bewonderenswaardige joden en Palestijnen die ik de afgelopen jaren heb ontmoet. Zij zijn onze hoop. Zodat op de dag dat de vrede uitbreekt aan beide zijden mensen te vinden zijn die het gelaat van de ander herkennen. Moge die dag komen, spoedig, nog in onze dagen.
Tot slot
Deze brief is al veel te lang geworden. Ik ga dus niet op andere zaken in. Je hebt bijvoorbeeld over Islam en Hindoeïsme geschreven. En je wilt van Israëlzondag maken wat het al vele tientallen jaren is: een dag van bezinning op de onherroepelijke band van christenen en het joodse volk en de strijd tegen het antisemitisme. Bovendien heb ik veel te weinig aandacht besteed aan jouw pogingen tot nuancering van je verhouding tot het hedendaagse jodendom. Niet te vergeten jouw opmerkingen over Jezus en Paulus. Ik heb er net het internetproject ‘De Uitdaging’ over volgeschreven. De nuances heb ik echt niet over het hoofd gezien. Maar ik heb, denk ik, de essentials wel beantwoord.
Je zult in deze dagen vast en zeker veel uitnodigingen krijgen om verder te praten. Krijg je het nog druk mee . Ik zal daar graag aan meedoen.
Vrede voor jou!
Dick Pruiksma