Genesis 20:16 - Lukas de Groote
Deze bijdrage van Lukas de Groote verscheen eerder in Stethoscoop op Genesis, uitgegeven door de stichting Amphora Books, 2010.
De teruggave van Sara met een vorstelijke beloning
In Genesis 20 heeft Abraham Sara voor zijn zuster laten doorgaan. Abraham en Sara verbleven in die tijd in de omgeving van het stadje Gerar, waar ene koning Abimelech de scepter zwaaide. Het lijkt een vredig tafereel te zijn, en blijkbaar heeft Abraham zoveel respect gekregen bij Abimelech dat, zodra hij verneemt dat deze herdersvorst een (ongetrouwde) zuster heeft, hij bericht stuurt om haar in zijn harem op te nemen (letterlijk staat er ‘nemen’, maar het ‘nemen’ van een vrouw is een normale uitdrukking voor ‘ten huwelijk nemen’).
Zodra deze vrouw in zijn huis gekomen is, blijkt Abimelech echter impotent te zijn geworden. In een nachtelijke droom wordt het hem duidelijk dat dit te maken heeft met deze nieuwe vrouw. In vers 3 staat namelijk: Je bent dood vanwege de vrouw die je genomen hebt, want zíj is echtgenote van een echtgenoot. (letterlijk staat hier ‘beoelat baäl’, dat meestal vertaald wordt met ‘getrouwde vrouw’, want het woord ‘baäl’ betekent ‘heer’, maar ook ‘echtgenoot’. In vers 17 wordt Abimelech weer potent, nadat hij deze vreemde vrouw weer heeft laten gaan (‘God genas hem’).
Tot zover lijkt het verhaal wel duidelijk, hoewel in vertalingen het impotent worden niet gemakkelijk teruggevonden zal worden.
Bij de teruggave van Sara (vers 14-16) geeft Abimelech ook veel cadeaus aan Abraham, ter waarde van (of daarbij) duizend zilverstukken. Dit dient als ‘als bedekking van de ogen van allen die bij jou zijn, en bij allen kun je je teweerstellen’.
In vers 10 maakt Abimelech Abraham verwijten over het gepleegde bedrog, maar hoe komt het dat hij Abraham toch zulke buitensporige geschenken geeft bij de teruggave van Sara?
Mogelijk is van doorslaggevende betekenis het feit dat de eer verliezen het ergste is wat een man in het Midden-Oosten kan overkomen. Tot elke prijs moet dit voorkomen worden. Nu hij bij deze vrouw impotent is gebleken en hij dit voor de buitenwereld verborgen wil houden, geeft hij haar dan ook niet een geitenbokje, zoals Juda later doet bij zijn schoondochter Tamar (Genesis 38) en Simson aan zijn vrouw wil geven voor een nachtelijk bezoek (zie Richteren 15:1). Ook betaalt hij haar niet als gewijde prostituee, nee, hij bewijst ieder dat deze Sara boven alles en iedereen uitsteekt. Haar waarde gaat boven alles uit.
Zo behoudt Abimelech zijn waardigheid en respecteert ook de waardigheid van Sara en Abraham door de ogen van anderen te bedekken, zodat men niet beseft wat zich werkelijk heeft afgespeeld.
De teruggave van Sara met een vorstelijke beloning
In Genesis 20 heeft Abraham Sara voor zijn zuster laten doorgaan. Abraham en Sara verbleven in die tijd in de omgeving van het stadje Gerar, waar ene koning Abimelech de scepter zwaaide. Het lijkt een vredig tafereel te zijn, en blijkbaar heeft Abraham zoveel respect gekregen bij Abimelech dat, zodra hij verneemt dat deze herdersvorst een (ongetrouwde) zuster heeft, hij bericht stuurt om haar in zijn harem op te nemen (letterlijk staat er ‘nemen’, maar het ‘nemen’ van een vrouw is een normale uitdrukking voor ‘ten huwelijk nemen’).
Zodra deze vrouw in zijn huis gekomen is, blijkt Abimelech echter impotent te zijn geworden. In een nachtelijke droom wordt het hem duidelijk dat dit te maken heeft met deze nieuwe vrouw. In vers 3 staat namelijk: Je bent dood vanwege de vrouw die je genomen hebt, want zíj is echtgenote van een echtgenoot. (letterlijk staat hier ‘beoelat baäl’, dat meestal vertaald wordt met ‘getrouwde vrouw’, want het woord ‘baäl’ betekent ‘heer’, maar ook ‘echtgenoot’. In vers 17 wordt Abimelech weer potent, nadat hij deze vreemde vrouw weer heeft laten gaan (‘God genas hem’).
Tot zover lijkt het verhaal wel duidelijk, hoewel in vertalingen het impotent worden niet gemakkelijk teruggevonden zal worden.
Bij de teruggave van Sara (vers 14-16) geeft Abimelech ook veel cadeaus aan Abraham, ter waarde van (of daarbij) duizend zilverstukken. Dit dient als ‘als bedekking van de ogen van allen die bij jou zijn, en bij allen kun je je teweerstellen’.
In vers 10 maakt Abimelech Abraham verwijten over het gepleegde bedrog, maar hoe komt het dat hij Abraham toch zulke buitensporige geschenken geeft bij de teruggave van Sara?
Mogelijk is van doorslaggevende betekenis het feit dat de eer verliezen het ergste is wat een man in het Midden-Oosten kan overkomen. Tot elke prijs moet dit voorkomen worden. Nu hij bij deze vrouw impotent is gebleken en hij dit voor de buitenwereld verborgen wil houden, geeft hij haar dan ook niet een geitenbokje, zoals Juda later doet bij zijn schoondochter Tamar (Genesis 38) en Simson aan zijn vrouw wil geven voor een nachtelijk bezoek (zie Richteren 15:1). Ook betaalt hij haar niet als gewijde prostituee, nee, hij bewijst ieder dat deze Sara boven alles en iedereen uitsteekt. Haar waarde gaat boven alles uit.
Zo behoudt Abimelech zijn waardigheid en respecteert ook de waardigheid van Sara en Abraham door de ogen van anderen te bedekken, zodat men niet beseft wat zich werkelijk heeft afgespeeld.