Joods-Christelijke Dialoog

Onderstaande tekst werd eerder gepubliceerd in “Van Ver Halen, een verhaal achter de bijbelverhalen”, Meinema 2005.

Dr. Piet van Midden doceert Hebreeuws aan de Tilburg School of Catholic Theology, afdeling Bijbelwetenschappen en Kerkgeschiedenis. Hij is op social media actief met een dagelijkse snelcursus Hebreeuws, is schrijver, uitgever en adviseert de reisorganisatie High Flight International.

ACHAN EN AI (Jozua 7-8)
Rachab gered, Achan vernietigd. Hij is de spiegelfiguur van Rachab, de hoer, het rolmodel van Kanaän. Achan is de modelfiguur van Israël, volbloed Judeeër: Achan, de zoon van Karmi, de zoon van Zabdi, de zoon van Zerach uit het geslacht van Juda. De toorn van de Heer ontbrandt dan tegen de kinderen van Israël. Niet tegen Achan ‘persoonlijk’: hij is nu eenmaal representant.
Achan heeft iets gestolen wat met de ban geslagen is en dus aan de Heer toebehoort. Jozua weet van niets. Hij zendt nietsvermoedend mannen van Jericho naar Ai.
De lezer van de Hebreeuwse bijbel associeert de naam Ai met ‘puinhoop’. Je zou de plaatsnaam met een knipoog kunnen vertalen met ‘Ruïnerwold’. Wel wat anders dan het onneembare Jericho. Opnieuw zendt Jozua verspieders uit en zij komen terug met geruststellende informatie: ‘Het is een klusje voor hooguit drieduizend man! Daar hoef je niet het hele volk mee te vermoeien.’
We zijn opeens in een andere sfeer beland: de spionnen die bij Rachab logeerden kwamen terug met het bericht ‘De Heer heeft het hele land in onze hand gegeven.’(2:24). Maar deze verspieders keren terug met militair advies. Het gegeven land wordt het te veroveren land. En daarmee gaat het mis.
We moeten van het militair handboek terug naar de Tora. De weg erheen is lang: door de diefstal van Achan ligt nu niet Jericho maar Israël onder de ban en nu ‘smelt’ het hart van de volken niet maar dat van Israël.
Alleen een diepgaand zelfonderzoek met de Tora als handleiding kan uitkomst bieden. En die weg wordt ook bewandeld. Dat is het mooie van het boek Jozua: dat de Tora er werkt. In Richteren / Rechters wordt geen conflict met de wet opgelost, maar ontbrandt er meteen een broederstrijd. In Jozua werkt de Tora zuiverend. Achan wordt als schuldige achterhaald. En als spiegelverhaal van Rachab, waar de hele familie wordt ‘uitgeleid’ wordt hier Achan met zijn hele familie verdelgd. Daarna kan Israël pas weer verder en wordt Ai ingenomen. Een afschrift van de wet wordt voorgelezen op de Ebal, een van de twee bergen waartussen Sichem ligt, zoals in Deuteronomium 27:1-10 was bepaald.
Sichem is het hart van het beloofde land en de cultusplaats van de latere Samaritanen, de vertegenwoordigers van het in ballingschap verdwenen noord Israël. De Samaritanen houden de wetgever Mozes dan ook voor de grootste profeet die ooit is geboren. En de lezing van de Tora is het allerheiligst moment in de Samaritaanse eredienst.

Toelichting

Hieronder toelichtingen op de zondagslezingen voor de komende 4 weken.