Joods-Christelijke Dialoog

Genesis 01: 1b - Lukas de Groote

Deze bijdrage van Lukas de Groote verscheen eerder in Stethoscoop op Genesis, uitgegeven door de stichting Amphora Books, 2010.

‘Scheppen’.

De NBV vertaalt het Hebreeuwse werkwoord ‘bara’ met ‘scheppen’, net als alle mij bekende vertalingen.
De oorspronkelijke betekenis van het woord ‘bara’ was ‘splitsen’. In Jozua 17:15 en 18 wordt dit woord gebruikt voor het ‘ontginnen’ van bosland en het ‘rooien’ van bomen. Daar splijt men het bos met de bedoeling een bewoonbare e maken. Vroeger werd gedacht dat God schiep uit niets, maar deze gedachte is tegenwoordig verlaten. De zogenaamde creatio ex nihilo, de schepping uit niets, is een theorie die pas omstreeks de jaartelling opkomt. De oorspronkelijke schrijver kan dit nooit bedoeld hebben. ‘Bara’ betekent ‘scheiden/splitsen’ en met het resultaat iets doen.
Er zijn drie zwaarwegende argumenten om de oorspronkelijke betekenis van dit woord aan te houden.
Allereerst: Alle Hebreeuwse woorden die met ‘bar-’ beginnen betekenen: ‘snijden, afsnijden, insnijden, verspreiden, afbreken’.
Ten tweede: bij het woord ‘bara’ is nooit sprake van één ding. Het resultaat van ‘bara’ is altijd dat er meerdere zaken genoemd worden. Tevoren kan er wel sprake zijn van één geheel, maar ná het ‘bara’ zijn er meerdere.
Ten derde: Er zijn twee teksten die duidelijk aangeven dat met ‘bara’ ‘scheiden’ bedoeld wordt, namelijk Numeri 16:30, waar het werkwoord ‘bara’ gebruikt wordt, samen met het naamwoord ‘beriah’, dat hiervan is afgeleid.
Vrijwel geen enkele vertaling weet raad met het woord ‘beriah’, want het gaat in dit vers over het ontstaan van een spleet in de grond, waar mensen door verzwolgen worden. Alleen prof. Jagersma zegt dat men zou kunnen vertalen ‘een spleet opensplijten’.
De tweede tekst is uit Jesaja 45:6-7. Daar staat in de NBV: Ik ben de HEER, die het licht vormt en het donker schept, die vrede maakt en onheil schept”.
Bedoeld is dat God het duister afscheidt van het licht en scheiding maakt tussen heil en onheil.
Een vertaling die beter past bij het origineel zou zijn: Ik ben de JHWH en er is geen ander, die het licht formeer en de duisternis scheid, die het heil bewerk en het onheil scheid. Ik JHWH doe dit alles.

Zo zegt Genesis 1 dat het van den beginne Gods bedoeling geweest is dat er scheiding komt, geen uniformiteit, maar onderscheid. Heel Genesis 1 staat vol van het onderscheiden*, nadat in vers 1 al een begin hiermee gemaakt is door de aarde van de combinatie aarde/hemel af te splitsen. Daarna wordt in vers 3 het licht van het duister gescheiden. In vers 7 scheidt God de wateren boven het uitspansel van die eronder. In vers 9 wordt het droge van de wateren gescheiden. In vers 16 maakt God de twee grote lichten om het licht te scheiden van de duisternis. En in vers 27 ‘splitste’ God de mens als mannelijk en vrouwelijk. En het laatste vers van het verhaal eindigt met de woorden:
Dit zijn de voortbrengselen van de hemel en de aarde toen zij gesplitst werden.

*Het andere werkwoord ‘scheiden’ (hivdil) dat in Genesis 1 veel gebruikt wordt betekent ‘onderscheid maken’, terwijl ‘bara’ betekent ‘máken, door te scheiden’.

Toelichting

Hieronder toelichtingen op de zondagslezingen voor de komende 4 weken.