Joods-Christelijke Dialoog

Jesaja 51: 1-6 - Dineke Houtman

Zondag 23 augustus 2020

Uitdijende
gerechtigheid
door Dineke Houtman

1Luister naar mij,
jullie die gerechtigheid najagen,
jullie die de HEER zoeken.
Kijk naar de rots waaruit je gehouwen bent,
Naar de diepe groeve waar je gedolven bent.
2Kijk naar Abraham, jullie vader,
naar Sara, die jullie heeft gebaard;
toen ik hem riep was hij alleen,
maar ik heb hem gezegend en talrijk gemaakt.
3De Heer troost Sion,
hij biedt troost aan haar ruïnes.
Hij maakt haar woestenij aan Eden gelijk,
Haar wildernis wordt als de tuin van de HEER.
Het zal een oord zijn van vreugde en gejuich,
waar muziek en lofzang klinken.

4Mijn volk, luister aandachtig naar mij,
mijn natie, leen me je oor.
De wet vindt zijn oorsprong in mij,
en mijn recht zal een licht zijn voor alle volken.
5In een oogwenk breng ik de zege nabij,
de hulp die ik bied is al onderweg:
ik zal krachtig rechtspreken over de volken.
De eilanden hebben hun hoop op mij gevestigd,
ze zien uit naar mijn krachtig optreden.
6Kijk omhoog naar de hemel,
Kijk naar de aarde beneden:
al vervliegt de hemel als rook,
al valt de aarde uiteen als een oud gewaad
en sterven haar bewoners als muggen,
de redding die ik breng, zal voor altijd blijven
en mijn recht zal geen einde hebben.

De eerste drie verzen zijn onderdeel van de haftara lezing bij parasjat Eqev (Deut 7:12-11:25). Deze parasja is een oproep is tot het naleven van de voorschriften, en de daaraan verbonden belofte voor een goed leven in het land van melk en honing. De kern van deze parasja wordt kernachtig samengevat in Deut 11:13-20, een tekstgedeelte dat zo belangrijk is dat het is opgenomen in de mezoeza en de tefillin.
Zowel de hele parasja, als de samenvatting in Deut 11:13-20, als ook onze lezing uit Jesaja beginnen met het gebod tot gehoorzaamheid: “hoor!”. Jesaja verbindt daar een praktische tip aan: Kijk naar jullie voorouders Abraham en Sara! Abraham gehoorzaamde God en zie wat het resultaat was. Hij werd geroepen als een eenling, maar hij is tegen de natuurlijke verwachting, maar overeenkomstig de belofte uitgegroeid tot een talrijk volk. De Targoem zet het beeld van Abraham nog wat sterker aan door het woord echad in Jesaja 51:2 dubbel te vertalen, ‘één keer als “alleen” en één keer als “uniek”: “Want Abraham was alleen, uniek in de wereld. Ik bracht hem tot mijn dienst, en ik zegende hem en maakte hem talrijk.” Het gaat volgens de targoemist niet alleen om de beweging van één naar veel, maar ook om de unieke roeping. Zoals Abraham uniek was in zijn roeping, zo ook het volk Israël als geheel.
Ook het tweede deel van de Jesajalezing begint met de oproep tot luisteren. Er is hier echter een lastig tekstkritisch probleem betreffende de aangesprokenen: de textus receptus leest ami en leoemi, “mijn volk” en “mijn natie”, terwijl veel handschriften amim en leoemim lezen, “volken” en “naties”. De oude versiones zijn ook verdeeld over de tekst van dit vers en geven verschillende vertalingen. De LXX geeft “mijn volk” en “koningen”, terwijl de Targoem “mijn volk” en “mijn congregatie” heeft.
Het is dus de vraag wie hier wordt/worden aangesproken: alleen Israël (etnisch en/of gelovig), of Israël en de koningen (waarschijnlijk in de zin van wereldleiders), of alle volkeren. Het vervolg van de tekst lijkt te wijzen in de richting van de laatste optie. Waar in de eerste drie verzen van dit hoofdstuk uitdrukkelijk Israël wordt aangesproken als nakomelingen van Abraham, wordt in vers vier gesproken over het recht als licht voor alle volken, en in vers vijf over de eilanden die hun hoop op God hebben gevestigd.
Abraham is gekozen als eenling uit de volken, een unieke man die bereid was alles achter te laten om de roepstem van God te volgen. God heeft hem gezegend en talrijk gemaakt, en de zegeningen, maar ook zijn opdracht, zijn overgegaan op zijn nakomelingen, het volk Israël. Het volk is nu collectief uitgekozen om God te dienen en zo het licht van Gods verordeningen te laten schijnen voor de volken. Als dan zo het licht steeds verder doordringt, zal het uiteindelijk – in de Messiaanse tijd – het recht geen einde hebben.

Toelichting

Hieronder toelichtingen op de zondagslezingen voor de komende 4 weken.