Joods-Christelijke Dialoog

Exodus 07: 14 – 12: 30 - Lukas de Groote

Exodus 7:14 – 12:30

De tien plagen van Egypte

De tien plagen laten zich op een logische manier op de volgende wijze verdelen:

1 Water wordt bloed 2 Kikkers 3 Muggen
4 Ongedierte 5 Veepest 6 Zweren
7 Hagel 8 Sprinkhanen 9 Duisternis
10 Dood van de eerstgeborenen

De eerste twee plagen van elke groep (plaag 1, 2, 4, 5, 7 en 8) zijn terechtwijzingen. De derde plaag van elke groep (plaag 3, 6 en 9) vormt de echte bestraffing. Dit is ook de reden dat de eerste twee plagen steeds vergezeld gingen van waarschuwingen vooraf. Bij de eerste plagen heeft Mozes steeds een onderhoud met de Farao (zie 7:15, 8:16 en 9:13).

De eerste serie plagen, 1-3, lijken vooral betrekking te hebben op het water.
De tweede serie plagen, 4-6, lijken vooral betrekking te hebben op het land.
De derde serieplagen, 7-9, lijken vooral betrekking te hebben op de lucht.

1 Water wordt bloed: Exodus 7:14-21. Velen hebben geprobeerd een verklaring te vinden voor de rode kleur van de Nijl bij deze plaag. In de maand augustus wordt het nijlwater bruinrood gekleurd door de bruinrode grond die door de blauwe Nijl en de Atbarah uit Ethiopië wordt meegevoerd. In het Arabisch wordt de Nijl dan ‘rood water’ genoemd. Maar dit rode water blijft wel drinkbaar en vissen gaan er niet dood van. In Exodus 7:18 en 21 worden deze zaken juist wel vermeld. Colin J. Humphreys zegt in zijn boek ‘The Miracles of Exodus’ dat algen in bepaalde perioden schadelijk, giftig kunnen zijn. Dit treedt met name op in stilstaand en voedselrijk water in de zomer. Door deze toxinen gaan de vissen dood, waardoor het water gaat stinken. Dat de Egyptenaren naar water groeven (Exodus 7:24) lijkt heel begrijpelijk. Ze hoopten waarschijnlijk dat het water door het zand gefilterd zou worden.

2 Kikkers: Exodus 8:2-16. Van oudsher is bekend dat de kikker een symbool was voor Egypte. Er zijn veel beeldjes en afbeeldingen gevonden van kikkers, en een Egyptische godin werd ook voorgesteld door een kikker. De kikker was ook symbolisch voor het leven na de dood.
De overweldigende hoeveelheid kikkers was een natuurlijk gevolg van het doodgaan van de vissen. Enkele weken nadat de Nijl in augustus zijn hoogste waterstand bereikt had en het water rood was, nam de hoeveelheid kikkers toe. Door de verontreiniging van het water zochten de kikkers hun heil op het land, en drongen door tot in de huizen, zelfs tot in de slaapvertrekken en baktroggen. De massa kikkers konden op het land niet genoeg voedsel vinden waardoor ze massaal afstierven.

3 Muggen: Exodus 8:16-19. Letterlijk betekent dit woord ‘bijters’. In de waterpoelen met stilstaand water konden ze zich naar hartenlust vermeerderen. Ook was er een overvloed aan voedsel door de rottende vis en kikkers,

4 Ongedierte: Exodus 8:20-32. Ook op grond van het vele rottende materiaal konden steekvliegen/hondsvliegen zich enorm vermeerderen. Ook deze konden zich tegoed doen aan alle afstervende vis en kikkers.

5 Veepest: Exodus 9:1-7. Dit zal pas opgetreden zijn enkele maanden nadat de Nijl zijn hoogste stand had bereikt, in de maanden januari/februari. Dit zal veroorzaakt zijn door een virusinfectie, òf de paardenziekte, die veroorzaakt wordt door een Orbivirus die paarden, ezels en muilezels besmet, òf het blauwtongvirus dat vooral rundvee, schapen, geiten en kamelen besmet.

6 Zweren: Exodus 9:8-10. Deze ziekte tast zowel dieren als mensen aan. Er wordt blijkbaar gedacht aan een zeer besmettelijke ziekte die met blaren of zweren gepaard gaat. In Deuteronomium 28:27 en 35 waarschuwt God de Israëlieten voor de uitbraak van deze blaarvormende ziekte. Hort denkt dat die huidziekte bedoeld is die door stomoxys calcitrans veroorzaakt wordt. Meestal worden de benen/poten hierdoor aangetast.

7 Hagel: Exodus 9: 13-35. De eerste van de derde serie plagen. Deze plagen hebben Deze dramatische hagel, waarbij de korrels samengeklonterd zullen zijn tot grote ijsbrokken, vernietigde het vlas en de gerst die op het veld waren (Deze graangewassen zien we op een Egyptisch reliëf bij elkaar staan). De tarwe en spelt komen pas later, en worden dus niet door de hagel verwoest. Daarom moet deze plaag in de maanden februari/maart hebben plaatsgevonden.

8 Sprinkhanen: Alle groen dat niet door de hagel vernietigd was werd verslonden door de zwerm sprinkhanen. Hoe kwam er opeens zo’n overweldigende massa sprinkhanen? In exodus 9:33 staat dat de hagel en regen ophield. Het hete woestijnzand was door deze geweldige hoeveelheid water heel vochtig geworden: een ideale broedplaats voor de eitjes van de sprinkhanen. En daar kwamen al heel gauw de sprinkhanen op af (Exodus 10:4-5). Nadat de eitjes uitgekomen zijn, kunnen de jonge sprinkhanen nog niet vliegen en eten al het groen op wat maar voor handen is.

9 Duisternis: Dit lijkt op de beschrijving van een zandstorm, zoals die in de maand Maart vaker optreedt in Egypte. De zon gaat daarbij helemaal schuil achter een donkere stofwolk en doordat dit stof uit opgedroogde grond en zand bestaat, is de duisternis voelbaar (Exodus 10:21).

10 Dood van de eerstgeborenen: Nahum Sarna meent dat deze plaag, in tegenstelling met de negen andere, een bovennatuurlijke oorzaak moet hebben. Colin J. Humphreys meent wel een verklaring te hebben voor dit gebeuren. De oorzaak van deze onverwachte dood is volgens hem een vergiftiging van het (weinige) graan dat men opgeslagen had. Dit graan zal in een vochtige toestand zijn opgeslagen en besmet zijn geraakt door mycotoxinen. Deze stoffen veroorzaken inwendige bloedingen waaraan men in korte tijd sterft.
Dat het alleen de eerstgeborenen betrof zal volgen hem te maken hebben met de vooraanstaande positie die de eerstgeborene innam in de Egyptische samenleving. Deze kregen het meeste van de opgespaarde voorraden. Ook de eerstgeboren dieren werden in Egypte als afgoden vereerd en kregen daarom ook van dit weinige voedsel dat opgespaard was. Er staat ook niet dat ‘uitsluitend’ de eerstgeborenen stierven. Ook van de anderen zullen er wel gestorven zijn, maar niet allemaal.

Een aantal plagen troffen níet de Israëliet en, namelijk de vierde plaag (ongedierte), de vijfde plaag (veepest), de zevende plaag (hagel), de negende plaag (duisternis) en de tiende plaag (dood van de eerstgeborenen). Ook van de zesde plaag (zweren) wordt gezegd dat alle Egyptenaren hieronder te lijden hadden. De oorzaak dat de Israëlieten gevrijwaard bleven van bijvoorbeeld de vliegen komt overeen met wat in Exodus 8:22 staat: Waar mijn volk woont zullen geen vliegenzwermen zijn.

Toelichting

Hieronder toelichtingen op de zondagslezingen voor de komende 4 weken.